Geschiedenis
Caseïne opgelost met kalk, de
zogenaamde kalkcaseïne, is al door de Egyptenaren en Grieken gebruikt. Ook in de
Middeleeuwen werd de schilderstechniek met kalkcaseïne toegepast. Tot aan de
komst van de lijnolie was kalkcaseïne het belangrijkste bindmiddel. In de eerste
helft van de 20e eeuw kwam er een kleine opleving. Vooral tijdens en na de
Tweede Wereldoorlog, toen lijnolie op de bon was, werd kalkcaseïne als
zogenaamde ‘olievrije verf’ geleverd.
Samenstelling
Caseïne, ook wel kaasstof genoemd,
is een dierlijk eiwit dat niet in water oplost. Om hier een bindmiddel voor verf
van te maken, wordt caseïne opgelost in loog, ammonia of kalk. Deze
handelscaseïne is gebruiksklaar.
Kleur
Helder wit tot
lichtgeel.
Voordelen
- Kan met alle pigmenten gemengd
worden. Voor kalkcaseïne of als op een alkalische
ondergrond geschilderd moeten
worden, zijn kalkbestendige pigmenten noodzakelijk
(zie paragraaf
2.10.).
- Is geschikt voor het schilderen op
droog en vers pleisterwerk.
- Kan op oude, niet te dikke en
vastzittende caseïne- en kalklagen worden geschilderd.
- Kalkcaseïne of caseïne gemengd met
kalk is goed bestand tegen water en kan daarom voor buitenwerk gebruikt
worden.
Nadelen
- Alleen handelscaseïne is in water
oplosbaar.
- Handelscaseïne is gevoelig voor
vocht en daarom ongeschikt voor keukens en andere
vochtige
vertrekken.
Toepassing
- Wordt als bindmiddel voor
waterverdunbare muurverven gebruikt.
- Is geschikt als emulgator en/of
stabilisator in emulsieverven.
- Wordt gebruikt als
verdikkingsmiddel om de viscositeit te
regelen.